Het pond en hoe men kan omgaan met wisselkoersschommelingen
Sinds het Verenigd Koninkrijk heeft besloten om uit de Europese Unie te stappen, is het pond gezakt tot een vijfjarig dieptepunt ten opzichte van de euro, en zelfs tot het laagste punt in 30 jaar ten opzichte van de dollar. Wisselkoersen zijn altijd al volatiel en onvoorspelbaar geweest, maar beleggers met een wereldwijd gespreide portefeuille hoeven zich daarover geen zorgen te maken.
Het is niet eenvoudig om de complexe gevolgen van wisselkoersveranderingen in kaart te brengen. Zo kan een zwakkere pond gunstig zijn voor Britse exporteurs maar ongunstig voor buitenlandse bedrijven die goederen verkopen in het Verenigd Koninkrijk. Los van andere overwegingen zijn Britse beleggers met niet-afgedekte beleggingen in het buitenland doorgaans beter af, terwijl Europese beleggers met niet-afgedekte beleggingen in het Verenigd Koninkrijk doorgaans verlies lijden.
Uit academische onderzoeken blijkt dat wisselkoersschommelingen op korte tot middellange termijn zeer moeilijk zijn te voorspellen, op een manier die relevant kan zijn voor beleggingsbeslissingen.[1] Om deze reden, zouden ze dan ook geen invloed moeten hebben op beleggingsbeslissingen. Beleggingen in valuta's verschillen van aandelen en obligaties. Op de lange termijn bieden ze dan ook geen positief verwacht rendement. Het is best mogelijk om winst te maken met valutahandel, maar dat is een zeer speculatieve activiteit met een gemiddeld rendement in de buurt van nul.[2]
Wij proberen dus geen wisselkoersschommelingen te voorspellen, maar omdat wij wel waarde hechten aan de spreidingsvoordelen en extra kansen die wereldwijde obligaties en aandelen bieden, houden wij de invloed van de wisselkoersen op het rendement en de kenmerken van uw portefeuille nauwgezet in het oog.
Sommige beleggers proberen de volatiliteit te beperken door hun valutablootstelling af te dekken – net zoals wanneer een wisselkantoor zou aanbieden om uw niet-gebruikte vreemde valuta terug te kopen tegen dezelfde koers als waartegen u de valuta kocht.
Volgens ons moet de afdekking afgestemd zijn op de vermogenscategorie en op het doel van de strategie. Bij wereldwijde aandelen leidt de afdekking van vreemde valuta's doorgaans niet tot een wezenlijke afname van de rendementsvolatiliteit. Aandelen zijn nu eenmaal volatieler dan valuta's, en de volatiliteit van een niet-afgedekte wereldwijde aandelenportefeuille wordt gemiddeld dan ook gedomineerd door de volatiliteit van de onderliggende aandelen, veelmeer dan door wisselkoersschommelingen.
Voor de wereldwijde obligatiemarkten is valuta-afdekking over het algemeen een interessante manier om de rendementsvolatiliteit te beperken, omdat het valutarendement volatieler is dan het rendement van investment-grade-obligaties. Als de valutablootstelling niet wordt afgedekt, zal de wisselkoers over het algemeen de belangrijkste volatiliteitsfactor zijn in een obligatieportefeuille.
Doorgaans dekken wij de valutablootstelling van onze wereldwijde obligatiestrategieën dus af om de volatiliteit te beperken. Afdekking leidt echter tot een minder sterke volatiliteitsbeperking voor onze geografisch gespreide aandelenstrategieën. Daarom dekken wij de valutablootstelling in deze strategieën dan ook niet af.